In januari vond op de universiteitscampus in Wageningen een mini-symposium plaats over de relatie tussen kunst en wetenschap. We spraken over de overeenkomsten en verschillen, en de dingen die we van elkaar kunnen leren. Met dank aan Marten Scheffer, Tim Daalderop, Lenneke van der Goot, Maria Barbosa, Johan Rijpma en Pablo Rodríguez Sánchez.
De afgelopen maanden stond het MIR paviljoen prominent zichtbaar op de campus van Wageningen Universiteit (WUR). Kunstenaars Lenneke van der Goot en Johan Rijpma zetten vol in op de I van het MIR-concept: de I van interdisciplinaire interactie. Gesprekken met wetenschappers leidden tot nieuwe ideeën en tof nieuw werk: Lenneke’s Algae Object Field, en Gravity Waves van Johan. De tijdelijke exposities zijn intussen verdwenen, maar we filosoferen graag door over het opgedane inzicht: de kruisbestuiving tussen kunst en wetenschap is, zeker in het kader van vernieuwing en originaliteit, zeer waardevol.
Verwondering en creativiteit
Lijken ze op elkaar, de kunstenaar en de wetenschapper? Wat leert de een van ander? Hoe kijken we aan tegen begrippen als tijd, (ver)dwalen, nieuwsgierigheid? Moderator Tim Daalderop liet het allemaal voorbij komen tijdens het mini-symposium dat MIR en WUR afgelopen week organiseerden. Hij interviewde Lenneke, Johan en hun contactpersonen binnen de WUR.
Zo begon Maria Barbosa van Algae Parc met een prachtig betoog: ‘Creativity is essential for both scientists and artists.’ Enthousiasme ook: Lenneke sloeg na hun eerste afspraak met Maria direct aan het experimenteren met het winnen van kleurstoffen uit bevroren microalgenpasta.
Maria: ‘In Lenneke’s work I see many things: Structure in chaos, transformation; many paths, many colours, solid and fragile structures, all changing in time. I see harmony in transformation. I relate this to my own work, with so many research questions, different paths leading to the answers, the importance of serendipity, the chaos before equilibrium, the versatility of microalgae and transformation of the scientific field in time: I once fell in love with microalgae, 20 years ago. I fell in love again when I saw the work of Lenneke.’
In Wageningen wordt hard gewerkt aan kennis en innovaties die de onze kwaliteit van leven verbeteren, zegt Maria. Alleen is dat voor de buitenwereld niet altijd zichtbaar. Kunst kan die vertaalslag maken; doordat het (elementen uit de) wetenschap voor een breder publiek tot de verbeelding laat spelen.
Verschil of vergelijk
Lenneke vertelt in haar film dat de studenten die het paviljoen binnenkomen, heel andere vragen over haar werk stellen dan kunstpubliek. In een eerder blog durfden we de volgende stelling aan: Beiden worden gedreven door verwondering, het willen bestuderen hoe iets in elkaar zit. Maar waar een wetenschapper uiteindelijk een hypothese verifieert (of falsificeert) met meetbare indicatoren en reproduceerbaar onderzoek, gaat het de kunstenaar vaak veel meer om de verkenning zelf. Zij werpen liever vragen op dan dat ze die beantwoorden. Ze belichten onvolkomenheden en uitzonderingen, waardoor ze ons met een andere blik laten kijken.
Of die vlieger in alle gevallen opgaat, blijkt maar zeer de vraag. Toegepast wiskundige en science storyteller Pablo Rodríguez Sánchez - die Johan kennis liet maken met synchronisatie - illustreert dat aan de hand van zijn vakgebied. De meeste mensen ervaren op z’n minst een lichte huivering bij alleen al het woord ‘wiskunde’. Terwijl, zegt Pablo, er juist in de wiskunde ontzettend wordt gespeeld en gedwaald. Wat krijg je als je ontelbaar vermenigvuldigt met ontelbaar? Typisch een vraag die alleen maar meer vragen oproept. Of google eens naar de googolplex.
Pablo beschreef al eerder vaardigheden die wetenschappers kunnen afkijken bij bijvoorbeeld schrijvers, theatermakers en grafisch vormgevers, om hun onderzoekspublicatie beter over de bühne te brengen: Some things that scientists can learn from the arts.
Ook Marten Scheffer, hoogleraar waterecologie aan de WUR is er van overtuigd dat onderzoekers vaker de kunstenaar's manier van denken en waarnemen moeten overnemen. ‘We should be playing more. Scientists should hang out with artists more often.’ Al is het maar omdat kunstenaars en wetenschappers qua karaktereigenschappen op elkaar lijken, vertelt Marten. Ze hebben allebei het vermogen om zich ergens compleet in te verliezen en hun eigen pad te bewandelen. Maar bèta-studenten leren vooral hoe ze onberispelijk onderzoek doen. Foutloos - zonder speelruimte, zonder te verdwalen. ‘It would be such an asset if we could also teach them originality.’
Nieuwe mogelijkheden ontstaan door ontmoetingen
Andersom creëert wetenschap nieuwe deuren in het hoofd van de kunstenaar. Johan opende zijn MIR-tentoonstelling later die middag. De Gravity Waves installaties baseerde hij op het principe van synchronisatie en wederkerig beïnvloeden (eventueel lees je daarover hier meer). Hij geeft aan hoe leerzaam de periode in Wageningen was: ‘De gesprekken met Pablo en suggesties van Marten hebben veel nieuwe perspectieven en ideeën opgeleverd, maar ook de ontmoetingen met studenten waren boeiend. Zelf ben ik blij met de manier waarop de onvoorspelbare factoren de experimenten interessanter hebben gemaakt. Het mini-symposium was een goede afsluiting, een mooie gelegenheid om de belangrijkste ervaringen en bevindingen te kunnen presenteren aan elkaar en aan het publiek.’
tekst: Monika Heldoorn