Grondwerk: hoe natuur en cultuur het Groninger landschap vormen

Koos Buist

In juni en juli 2020 werkt beeldend kunstenaar Koos Buist in de MIR, op het Suikerterrein in Groningen. In zijn project Grondwerk verkent hij - als terra incognita op een oude wereldkaart - het Groninger landschap. Welke rol spelen natuur en cultuur in het ontstaan hiervan?  

 

Vanuit de stad Groningen draai je de auto het Suikerterrein op. Je rijdt langs voormalige fabrieksgebouwen, waar nu innovatieve startups en vrijzinnige horeca-ondernemers gevestigd zijn. Zelfs op maandagochtend voel je de bruispotentie. De onverharde weg krijgt steeds meer kuilen. Allerlei groen floreert in de berm. Je passeert een hek: Terra terrein. Niet veel verder verschijnt de rode Pionier met z’n opvallende puntdak. Daartegenover, bijna verscholen tussen hoge wilde bloemen, staat het MIR paviljoen.  

 

Een wierde en een voormalig waddeneiland

In de MIR is beeldend kunstenaar Koos Buist (1984) aan het werk. Hij groeide op in wierdedorp Ezinge, zo’n 20 kilometer van Groningen Stad. Als kind al struinde Koos de weilanden af om botten, fossielen en pijpekopjes te verzamelen. Ezinge was het hoofddorp van waddeneiland Middag, dat in de 8e eeuw na Chr. deel werd van het Groningse land. Middag-Humsterland is volgens Marketing Groningen het oudste cultuurlandschap van Europa. Het onderwerp van Koos’ projectperiode komt dus niet uit het niks: hij verkent het Groninger land als terra incognita. Hoe ontstaat dat typische landschap? Wat doet de natuur? Welke rol speelt cultuur, of te wel menselijk ingrijpen? 

‘Ik groeide op aan de voet van de wierde,’ vertelt Koos. ‘Een wierde is bij veel mensen bekender als terp: een kunstmatige heuvel in het landschap. Ik wandelde vaak naar een kolk in de buurt. Zo’n kolk is ontstaan na dijkdoorbraken, het water pikt het gewonnen land weer in. De tegenstellingen fascineren me nog steeds: de heuvel en het gat; de terp gemaakt door de mens tegen het water, de kolk gevormd door natuurgeweld; het klassieke beeld van de kerk op de wierde, de kolk vol folklore.’ Want dat is interessant: aan die ontembare kolk worden door de lokale bevolking meteen weer magische elementen verbonden. Dwaallichten en meerminnen duiken op.  

 

 

Vloeien

De grond onder onze voeten is rijk. Hier werd ruim 100 jaar lang de klei van suikerbieten afgespoeld, wat zorgde voor een vruchtbaar sediment. Ook in de MIR zijn planten omhooggeschoten - de vlonder die normaal als bodem dient, ligt er nu niet in. Boven de begroeiing zet Koos een watertoevoer aan. Zijn rivier begint te vloeien, kronkelen. Er wordt aarde weggedrukt, maar ook absorbeert de grond het water als een spons. Water wil altijd weg, naar het laagste punt. Water waaiert uit, in een delta. Water vormt het land. 

Koos observeert wat water en land uit zichzelf doen. Niet alleen de ligging van de aarde verandert, de wilgentakken die hij in kegelvorm rond de pijp heeft vastgebonden, zijn alleen uitgelopen boven het stroomgebied. Tegelijkertijd is hij de factor mens: hij leidt het water. Voor de pomp, ander materieel en koffie kan hij terecht in het Terra educatiecentrum De Pionier. Ontzettend prettig, vindt Koos de samenwerking met het groene mbo-college. 

 

'Zo heb ik kunst nog nooit gezien' 

In het MIR-project van Koos komt vanalles samen: natuur, landschap, geschiedenis, archeologie, geografie en cartografie, biologie. “Zo heb ik kunst nog nooit gezien”, zei een positief verraste wandelaar tegen Koos. Zelf ervaart hij: ‘Bij mensen die hier binnenstappen komen direct allerlei verhalen boven. Iedereen vindt wel een haakje dat iets losmaakt.’ Koos werkt intuïtief: ‘Net als de natuur, het evolueert vanzelf.’ 

Op tafels langs het grondwerk staan microscopen. Er liggen petrischaaltjes, veldgidsen en historische landkaarten. Onder een stolp prijkt het verlaten nest van een woelmuis, dat Koos hier een paar weken eerder aantrof. In een veeg gedroogde klei herkennen we de sporen van een regenworm, die vloeit zoals een rivier, zich een weg banend door de aarde. Op een andere tafel zie je Koos’ ontwerp voor een Insecten Tempel*. Als de projectontwikkelaars akkoord gaan staat er over een paar jaar - als nieuwbouw de klaprozen, korenbloemen en vogelwikke vervangen heeft - een blijvend cultureel element gewijd aan de natuur.         

 

 

Op expeditie

‘Twee maanden zijn kort,’ lacht Koos. Geen wonder dat zijn projectperiode, met alle plannen en activiteiten, voorbij vliegt. Een aantal keer konden tien bezoekers mee op Expeditie Micronaut. ‘Het is een manier om mensen, met een knipoog, met meer focus te laten kijken,’ legt Koos uit. De expeditie bestaat uit twee delen. In het eerste deel zetten we op een paar plekken een vierkante meter af. Teams onderzoeken de verschillende biotopen: wat treffen ze aan in de klei, tussen de distels, in het elzenbos? Wat leven er voor kevertjes, bijvoorbeeld? In het tweede deel neemt Koos ze mee wandelen over het terrein. ‘Dan verschuift het kijken van een wetenschappelijke benadering naar een meer holistische beleving. Wat hoor je, met je ogen dicht? Wat voel je? Kun je als mens nog deel uitmaken van het landschap, van de natuur?’       

 

De laatste drie weken gaan in. Koos rondt het grove grondwerk af, hij stapt over op de details. ‘Het blijft associatief, de elementen die ik toevoeg om meer context te geven. Ik wil dat mensen zelf met hun verhalen blijven komen.’ Zijn eigen verhalen en werkproces vangt Koos op film. Deze zijn te zien op het Instagram account @mirproject.

 

 

Mee op Expeditie Micronaut

Alle mogelijkheden en actuele informatie vind je hier.

Meer beelden van Grondwerk en Koos Buist zijn hier te zien. 

 

Expositie

Vrij. 24 juli 16:30 opening

Zat. 25 juli 13:00 / 20:00

Zon. 26 juli 13:00 / 17:00

Zat. 1 augustus 13:00 / 20:00

Zon. 2 augustus 13:00 / 17:00

 

Tekst: Monika Heldoorn
 

* Voetnoot van Koos: ‘De Insecten Tempel wordt (als het allemaal lukt) In de MIR werkperiode van Wim Warring nog afgebouwd. Dit in samenwerking met het AOC terra. Het doel is dat als de MIR weg gaat de tempel wordt gerealiseerd in het Dorp van de Toekomst, waar het AOC Terra en het Alfa collega samen aan bouwen. Dit 'dorp' blijft (ten minste 10 jaar)  staan als de nieuwe woonwijk verrijst.’