Na drie weken in de MIR gooit Wim Warrink het over een andere boeg. Zijn oorspronkelijke plan, dat van de boormotor, schuift hij opzij voor de mogelijkheden die de locatie biedt: de eigenschappen van klei, de samenwerking met Groene School Terra biedt én de constructie van de MIR dome zelf.
Wim Warrink nam begin augustus zijn intrek in de MIR, nadat Koos Buist zijn installaties voor Grondwerk weer met de grond gelijk had gemaakt. Wim’s droommachine beschreven we in de vorige nieuwsbrief: ‘De boormotor (...) rijdt straks op drie wielen rondes in de MIR. Zand schiet weg, de machine zakt dieper de bodem in. Wat ontstaat er dan?’
Krachten en materialen fascineren Wim. Hij benadert hun eigenschappen als kunstenaar, als uitvinder en als filosoof. Vervolgens ontwerpt en bouwt hij zijn eigen machines, waarbij hij zich blijft afvragen: 'Waarom doen we wat we doen? Wat is daar vanzelfsprekend aan? Waar kan ik tegenaan lopen, hoe kan ik dat nu al voorkomen?'
'Misschien is mijn MIR-periode wel het eindstadium van mijn zandonderzoek,' bedacht Wim aan de vooravond van zijn project. Maar al snel bleek de Groningse klei - de ondergrond van het Suikerterrein waar de MIR zich momenteel bevindt - een dusdanig ander materiaal dan zand. ‘Er kwam een heel andere flow van ideeën op gang,’ zegt hij nu. ‘Ik had wel door kunnen gaan met het plan dat ik vooraf had, maar dat vind ik zonde van deze plek en de mogelijkheden die de MIR biedt. Hier liggen andere kansen.’
Onbekend terrein vraagt om interdisciplinaire verkenning
MIR - altijd op zoek naar transitieterreinen en pionierslocaties om kunstenaars uit te dagen tot een vernieuwende aanpak - wil met Terra Incognita immers het onbekende Groningen verkennen. De dome staat sinds juni op het Suikerterrein. Waar voorheen een grote suikerfabriek gevestigd was, heerst nu innovatieve en creatieve bedrijvigheid. Groene School Terra heeft er een goed uitgerust educatiecentrum, ‘De Pionier’. Zoals Lenneke van der Goot en Johan Rijpma in hun MIR-periodes de samenwerking met Wageningen Universiteit opzochten, kunnen Koos Buist en Wim Warrink gebruik maken van de expertise en het materieel van het Terra college.
En zo heeft Wim op een dinsdag eind augustus een hele dag les op een grondverzetmachine. Zo’n graver mag je niet zomaar besturen. Inmiddels is hij een week ervaring rijker en daarbij razend enthousiast. ‘Kijk nou, dit bad met modder! Ik heb gewoon zin om erin te springen!’ De natte klei mengt hij zelf. De bovenste grondlagen blijken uitgedroogde brokken, maar daaronder ligt verende klei. Midden de MIR vind je nu een groot gat, van twee meter doorsnee en tweeënhalve meter diep. Het grondwater welt daar op. Wim: ‘Die droge klonten plonzen erin, even flink husselen, en dan haal ik er prachtige, verse klei uit. Dat wordt de nieuwe bovenlaag.’
Boetseren
Met de verse boetseerklei gaat Wim experimenteren. Eerst maar eens een spiegelglad oppervlak maken. ‘Dichte klei laat geen water door. Als ik het nathoud blijft water erop liggen. Wordt de halve koepel van de MIR dome dan een hele bol? Wat zijn verder de eigenschappen van klei? Het zuigt aan je laars, slurpt als je je lostrekt. Het trilt als je erop stampt, kun je die trillingen vangen? Voetafdrukken blijven staan, kan ik ook stempelen in de klei? Zou ik zo’n proces kunnen vastleggen, bijvoorbeeld met gipsafgietsels?’
De ideeënstroom is vol op gang gekomen. Wim speelt en onderzoekt, en vindt zo een nieuwe vorm voor het project. ‘Ik was nog bezig met de ‘Knetterdebiel’, een machine waarbij een ronddraaiende kettingzaag met afstandsbediening een houtblok bewerkt. Die is zo goed als af. Als ik nou een andere installatie creëer die ronddraait, waarmee ik op de klei kan rammen en een serie sporen achterlaat zoals de kettingzaag in hout…’
De kracht van de locatie
Voor die installatie wil Wim kijken of hij de constructie van de MIR kan gebruiken. Zo wordt de locatie letterlijk het kunstwerk. Met touwen wil hij een grote last, bevestigd vanuit het midden, door de tent kunnen verplaatsen, rondtrekken, steeds weer op de klei neer laten komen. ‘Zo’n machine is een evolutie van vondsten,’ vertelt Wim. ‘Net als het hele proces: het gaat erom dat je open staat voor nieuwe dingen, voor veranderingen. Je moet toch nieuwsgierig zijn naar wat het oplevert. Ik vind het zo gaaf dat ik die ruimte voor ontdekken en experiment hier heb, dat dit allemaal kan! Dat gevoel moet terugkomen in het eindresultaat.’
Bekijk hier de mogelijkheden om Wim’s project te bezoeken.
Tekst: Monika Heldoorn